Inleiding
Afgelopen maandag bereikte ons het bericht dat minister Dekker het wetsvoorstel ‘Wet Homologatie onderhands akkoord (WHOA)’ naar de tweede kamer heeft gestuurd. Gisteren (10 juli 2019) stond het klein in het FD op pagina 13 bij korte berichten. Dat had wat ons betreft groter gemogen!

Beoogde regeling
Het wetsvoorstel voorziet in een regeling die de rechtbank in staat stelt een onderhands akkoord voor herstructurering van schulden tussen een onderneming en zijn schuldeisers en aandeelhouders goed te keuren (te homologeren). Deze homologatie leidt ertoe dat het akkoord verbindend is voor alle bij het akkoord betrokken schuldeisers en aandeelhouders. Ook schuldeisers of aandeelhouders die hebben tegengestemd. Daarom wordt het ook wel een dwangakkoord genoemd.

De wet beoogt bedrijven te redden die in de kern levensvatbaar zijn, maar door een te zware schuldenlast insolvent dreigen te raken. Alle schuldeisers en aandeelhouders, behoudens de werknemers, kunnen betrokken worden in het akkoord en ‘dwingend’ een regeling opgelegd krijgen. Dus ook de Belastingdienst, banken, leasemaatschappijen, etc. Er zijn uiteraard spelregels, maar de regeling is zodanig opgezet dat het een kaderregeling betreft waarbij er sprake is van beperkte inmenging van de rechtbank.

Bij elke rechtbank komt er één gespecialiseerde rechter en een juridisch adviseur die specifiek worden opgeleid om over een dergelijk akkoord te kunnen oordelen en/of de maatregelen kunnen toepassen die het wetsvoorstel biedt. Doet zich in een bepaald arrondissement een WHOA-zaak voor dan behandelt deze gespecialiseerde rechter de zaak samen met twee andere rechters uit een zgn. landelijke WHOA-pool.

Presentatie
Onlangs heb ik een presentatie mogen geven over de WHOA. Deze presentatie is gebaseerd op de input uit de twee consultatieronden, waarvan ik er één heb bijgewoond als lid in een commissie van Insolad. Op dat moment was het advies van de Afdeling van de Raad van State (hierna: Afdeling) nog niet bekend.

Inmiddels heeft de Afdeling de verwachting uitgesproken dat vooral grotere bedrijven van de procedure gebruik zullen maken en dat de winst voor het MKB met name zit in het feit dat zij bij een onderhands akkoord er beter uitspringen dan in het geval van een faillissement. Dit laatste menen wij ook, maar laten wij wat betreft het gebruik van de regeling ons inspannen om een modus te vinden opdat de regeling ook beschikbaar is voor het MKB. Zeker nu het MKB 99% van alle bedrijven omvat (aldus de Afdeling)!

Slot
De regeling oogt eenvoudig en lijkt in de praktijk goed toepasbaar te zijn. Grootste uitdagingen zijn de indeling van de schuldeisers in verschillende klassen en de waardering van de onderneming na het onderhands akkoord op basis van (bijv.) de reorganisatiewaarde. Hierover zullen wij samen met Joanknecht meer vertellen tijdens onze informatiebijeenkomst van 7 november 2019. Je kunt je hiervoor aanmelden vanaf september, dus houd onze website in de gaten!